Een koekjesfabrikant wil zijn voorraadbeheer automatiseren en heeft daarvoor informatie nodig over zijn producten, grondstoffen, leveranciers . . .
In de databank wil de fabrikant gegevens opslaan over zijn leveranciers.
Hiervan worden de naam, de stad en de leveringsvoorwaarden bijgehouden. Er kunnen alleen 2 leveranciers zijn met dezelfde naam als die in verschillende steden gelegen zijn.
Een leverancier levert grondstoffen aan. Ook leveranciers die nog maar alleen offertes hebben ingediend en nog geen grondstoffen effectief hebben geleverd, worden in het systeem opgenomen. De informatie van de offertes wordt niet opgeslagen. Binnen het bedrijf wordt de politiek gevolgd om voor elke grondstof een back-up leverancier te hebben. Alle grondstoffen worden via geregistreerde leveranciers aangeleverd.
Elke grondstof heeft een unieke code, een naam, eenheidsprijs en aankoopeenheid (liter, kilogram, ton, …).
De grondstoffen worden gebruikt om producten te maken. Bepaalde grondstoffen zijn nodig bij het productieproces, maar zijn geen ingrediënten van (eind)producten. Een ingrediënt alleen kan nooit als (eind)product worden aangeboden, ook niet na een behandeling. In het gevraagde systeem worden alle grondstoffen opgeslagen, maar alleen de ingrediënten (en niet de grondstoffen nodig bij het productieproces) zijn gekoppeld aan de (eind)producten waarvoor ze nodig zijn.
Per (eind)product houdt men bij: de productie-eenheid, de verpakkingsvorm (individueel, los, pak of doos), de productcode (uniek), de naam.
Sommige (eind)producten kunnen gebruikt worden als onderdeel van andere eindproducten (vb. pleziermomenten bevat appelcakejes, kokosrotsjes en confituurtaartjes). Die (eind)producten die uitsluitend bestaan uit andere eindproducten hebben geen ingrediënten.
Daarnaast heeft men ook nog de verpakkingsmaterialen. Elk (eind)product kan meerdere verpakkingsmaterialen gebruiken: papier, plastiekfolie, metalen doos. Om hygiënische redenen kunnen onverpakte (eind)producten niet voorkomen.
Verpakkingsmaterialen hebben een code die bestaat uit recycleerbaar of niet, composteerbaar of niet en een uniek volgnummer. Daarnaast wordt ook hun naam opgeslagen.
Binnen het systeem wordt geen onderscheid gemaakt tussen een leverancier van een grondstof en een leverancier van een soort verpakking. Dezelfde regels zijn geldig.
De verschillende leveringen die door de leveranciers gebeuren worden wel bijgehouden in het systeem. We weten hiervan de besteldatum, ons bestelbonnummer en de aanduiding of die levering reeds is betaald of niet. De leveringen krijgen een uniek oplopend leveringsnummer. Welk verpakkingsmateriaal of grondstof juist geleverd werd, wordt niet bijgehouden in het systeem.
- Teken de entiteittypes
- Lijst alle attribuuttypes per entiteittype op
- Teken de relaties
- Bepaalde de minimum en maximum cardinaliteit
Een mogelijke oplossing voor deze oefening vind je hier